Dit is een eerste intro over chiptuning op de 2.2L z22se ecotec motor in de Opel
Speedster. Hoe werkt een motormanagementEr zijn veel verhalen over het zogenaamde "chiptuning", er zijn allerlei claims
over vermogen, koppel, rijbaarheid etc. Naar aanleiding van alle opgedane
ervaring met het motormanagement van de 2.2L motor in de Opel Speedster, hier
een korte uiteenzetting hoe het bij dit motormanagement in zijn werk gaat.Het motormanagement is niets anders dan een computer met allerlei
aansluitingen. Net als een PC kan de computer niets zonder software. Bij een PC
is dat vaak Windows of Linux (het operating system) met daarbij verschillende
applicaties. Een motormanagement hoeft natuurlijk niet zo breed inzetbaar te
zijn. Vrijwel alle functionaliteit die in een PC wordt aangeboden is voor een
motormanagement overbodig. Maar het idee blijft wel hetzelfde. Het
motormanagement heeft een operating systeem, net als een PC. Alleen is dit zo
geschreven dat er geen losse applicaties op draaien, hoogstens dat er
verschillende modules kunnen worden gebruikt, afhankelijk van de auto (denk aan
software voor ABS, ESP, cruisecontrol etc.). De software van het motormanagement zit niet zoals bij een PC opgeslagen op een
harddisk, maar zit op een chip. Vaak is het zo dat deze chip kan worden
voorzien van een nieuwe versie van de software (voor bijvoorbeeld het oplossen
van fouten). Dit gaat niet zo gemakkelijk als bij een PC, vaak gebruiken
dealers hiervoor speciale hardware. [ecu.nl.jpg hoofdbrandstoftabel.png hoofdbrandstoftabel.thumb.png lft-en.png lft-en.thumb.png lft-tabel.png lft-tabel.thumb.png lft.png lft.thumb.png manifold.nl.jpg openloop-en.png openloop-en.thumb.png openloop.png openloop.thumb.png sft-en.png sft-en.thumb.png sft.png sft.thumb.png targetafr.nl.jpg]
 De werking van de software in het motormanagement kan gelijk zijn over een
reeks van verschillende motoren, bijvoorbeeld een 1.6, 1.8 en 2.0. Maar de
aansturing is natuurlijk wel anders. Om niet de software voor elke motor anders
te hoeven maken, wordt er gebruik gemaakt van tabellen. In deze tabellen staat
bijvoorbeeld hoeveel brandstof het motormanagement moet toevoegen, afhankelijk
van het toerental van de motor en hoeveel gas er wordt gegeven. Deze tabellen
zijn tussen de verschillende motoren anders, de hoeveelheid brandstof die nodig
is om een 1.6 goed te laten werken is natuurlijk anders als bij een 2.0 motor.
Deze tabellen aanpassen is natuurlijk veel gemakkelijker en veiliger dan de
software herschrijven. Dit is precies wat chiptuners doen, de waardes in de
tabellen aanpassen. De Engelse term die ook voor chiptuning wordt gebruikt is
“remapping”, waarbij de term map refereert naar de tabellen in het
motormanagement. Wat gebeurt er bij chiptuningBij chiptuning is het doel vaak om meer vermogen uit de motor te halen. Om
meer vermogen uit een motor te halen moet je er iets in doen waar deze kracht
uit kan komen. Bij een verbrandingsmotor is dat de brandstof, in het geval van
onze 2.2L motor, benzine. Om de benzine te kunnen verbranden is natuurlijk ook
zuurstof nodig. Om de meest krachtige verbranding te krijgen is er voor een
motor vaak 1 bepaalde verhouding tussen benzine en lucht. Het heeft dus geen
nut om alleen maar meer benzine toe te voegen, dan moet er ook meer lucht bij.
Bij een turbo motor is dat voor een tuner relatief gemakkelijk. Bij moderne
motoren kan het motormanagement de turbo-druk regelen.
Door de turbo druk te verhogen, heb je meer lucht. Door nu ook gelijk meer
brandstof toe te voegen komt er meer energie vrij bij de verbranding en wordt
er dus meer vermogen geleverd. Dat verklaard ook het verschil in geclaimde
vermogens toename tussen normale (atmosferische) motoren en turbo motoren. Wat wel mogelijk is bij een motor zoals de 2.2L, is om te zorgen dat de
motor daadwerkelijk op de beste lucht/brandstof verhouding draait. Het kan
goed zijn dat de leverancier hier wat meer aan de veilige kant is gaan zitten
i.v.m. de wisselende omstandigheden waarin de motor moet functioneren in de
verschillende levering gebieden. Door dit verder te optimaliseren kan er nog
wat vermogen gewonnen worden. Wat gebeurd er bij wijzigingen aan de motorEen voorbeeld van een populaire wijziging voor de 2.2L motor is om er een ander
inlaat spruitstuk op te zetten. Het standaard spruitstuk is voor de motor een
belemmering om lucht aan te zuigen. Door een ander spruitstuk te plaatsen kan
de motor meer lucht aanzuigen en kan er dus meer brandstof worden toegevoegd,
waardoor er meer vermogen wordt geleverd. [ecu.nl.jpg hoofdbrandstoftabel.png hoofdbrandstoftabel.thumb.png lft-en.png lft-en.thumb.png lft-tabel.png lft-tabel.thumb.png lft.png lft.thumb.png manifold.nl.jpg openloop-en.png openloop-en.thumb.png openloop.png openloop.thumb.png sft-en.png sft-en.thumb.png sft.png sft.thumb.png targetafr.nl.jpg]
 Maar er zijn veel wisselende resultaten over het plaatsen van een ander
spruitstuk (afgezien van de verschillende spruitstukken die gebruikt worden).
Dit is te verklaren door de manier waarop een motor management werkt. Het maken van het mengselLaten we uitgaan van 1 simpele tabel in het motormanagement waarin op de y-as
de stand van de gas klep staat, en op de x-as het toerental van de motor. In
elk vakje van de tabel staan waardes. Deze waardes geven aan hoeveel brandstof
het motormanagement moet inspuiten bij die combinatie van gas klep stand en
toerental. [ecu.nl.jpg hoofdbrandstoftabel.png hoofdbrandstoftabel.thumb.png lft-en.png lft-en.thumb.png lft-tabel.png lft-tabel.thumb.png lft.png lft.thumb.png manifold.nl.jpg openloop-en.png openloop-en.thumb.png openloop.png openloop.thumb.png sft-en.png sft-en.thumb.png sft.png sft.thumb.png targetafr.nl.jpg]
 Na het plaatsen van het andere inlaat spruitstuk zal er bij dezelfde gas klep stand
meer lucht binnenkomen. Als dan dezelfde hoeveelheid brandstof wordt gebruikt,
dan zal de verhouding niet meer kloppen. Dat zal er op z’n minst voor zorgen
dat de motor niet optimaal presteert, maar kan in extreme gevallen zelfs zorgen
voor schade aan de motor. Natuurlijk zijn er ook subtielere gevallen waarbij de hoeveelheid zuurstof
die de motor binnen komt bij een bepaalde gas klep stand veranderd. Denk aan
de temperatuur van de lucht en de luchtdruk, maar ook slijtage aan diverse
onderdelen in de motor. Om voor al deze factoren te compenseren is er een
mechanisme ingebouwd zodat het motormanagement hiervoor kan compenseren. Dit
wordt bereikt door een zuurstof sensor (ook wel bekend als lambda sensor) in
de uitlaat op te nemen. Door middel van deze sensor kan het motormanagement
zien hoeveel zuurstof er nog aanwezig is in de uitlaatgassen. Als de verhouding
tussen lucht en benzine optimaal is zal de hoeveelheid zuurstof in de
uitlaatgassen minimaal zijn, de verbranding was dan volledig. Voor benzine en
lucht geldt een verhouding van 1 op 14.7 om te komen tot deze optimale
verbranding. De sensor in de uitlaat kan het motormanagement aangeven of
de verhouding lager was dan 1:14.7 (oftewel te veel brandstof voor de
hoeveelheid lucht) of hoger dan 1:14.7 (oftewel te weinig brandstof voor
de hoeveelheid lucht). Hoeveel de verhouding afwijkt is niet te zien aan
het signaal van de sensor. Tijdens het draaien van de motor zal het motormanagement continue proberen
om de waarde van de lambda sensor bij de 1:14.7 te krijgen. Hiervoor wordt
de waarde uit de tabel gelezen en gekeken naar de laatste waarde van de
sensor in de uitlaat. Was er de laatste keer te weinig benzine toegevoegd,
dan zal er nu iets meer bij worden gedaan, en andersom. Op deze manier
regelt het motormanagement de verhouding tussen lucht en benzine continue
bij. Het wijzigen van deze verhouding wordt een trim genoemd. En omdat dit
heel snel gebeurd, is het de korte termijn brandstof trim, ook bekend als de
short term fueltrim (SFT). Het regelen gaat in een soort van lus, en staat dan
ook bekend als “closed loop” in het engels. [ecu.nl.jpg hoofdbrandstoftabel.png hoofdbrandstoftabel.thumb.png lft-en.png lft-en.thumb.png lft-tabel.png lft-tabel.thumb.png lft.png lft.thumb.png manifold.nl.jpg openloop-en.png openloop-en.thumb.png openloop.png openloop.thumb.png sft-en.png sft-en.thumb.png sft.png sft.thumb.png targetafr.nl.jpg]
 Natuurlijk is het niet optimaal om steeds maar weer vanaf de basis waarde
in de tabel te bepalen hoeveel er gecompenseerd moet worden. Het kan goed
zijn dat hiervoor de regel lus een aantal keer moet worden doorlopen en
dat kost tijd. Om deze tijd te besparen maakt het motormanagement in het
geheugen een tijdelijke tabel aan. Afhankelijk van de omstandigheden zal
het motormanagement deze tabel gaan vullen met afwijkingen die het heeft
gezien op de standaard tabel. Het voordeel hiervan is dat er direct een
correctie kan worden toegepast op de hoeveelheid brandstof, zonder dat er
eerst gekeken hoeft te worden naar de uitlaat gas sensor. Omdat deze tabel
een verzameling is van meerdere meetwaarden en dus over een langere termijn
werkt heet dit de lange termijn brandstof trim, oftewel de long term
fueltrim (LFT). [ecu.nl.jpg hoofdbrandstoftabel.png hoofdbrandstoftabel.thumb.png lft-en.png lft-en.thumb.png lft-tabel.png lft-tabel.thumb.png lft.png lft.thumb.png manifold.nl.jpg openloop-en.png openloop-en.thumb.png openloop.png openloop.thumb.png sft-en.png sft-en.thumb.png sft.png sft.thumb.png targetafr.nl.jpg]
 De ECU in onze motor heeft een vrij luxe LFT. Deze bestaat uit een tabel
met meerdere cellen. De tabel is lang niet zo groot als de hoofd tabel
waar de brandstof waardes in staan. Maar er zijn ook motormanagement die
werken met 1 LFT voor het gehele toerenbereik. Voor een standaard motor is
dat ook niet zo’n probleem. Bij variaties in weer en basis slijtage kan de
motor prima corrigeren met zo’n LFT tabel. Het karakter van de motor is
tenslotte nog steeds hetzelfde gebleven, en dat ligt vast in de hoofd tabel. [ecu.nl.jpg hoofdbrandstoftabel.png hoofdbrandstoftabel.thumb.png lft-en.png lft-en.thumb.png lft-tabel.png lft-tabel.thumb.png lft.png lft.thumb.png manifold.nl.jpg openloop-en.png openloop-en.thumb.png openloop.png openloop.thumb.png sft-en.png sft-en.thumb.png sft.png sft.thumb.png targetafr.nl.jpg]
 Het verschil met de hoofd brandstof tabel is duidelijk. De hoofd brandstof
tabel heeft ruim 350 cellen in de tabel staan. De LFT tabel heeft maar
18 cellen. Nu het plaatsen van een ander inlaat spruitstuk. Dit levert een significante
wijziging op in het karakter van de motor. De doorstroming van het
inlaat spruitstuk is anders bij verschillende toerentallen. Het trim mechanisme
van het motormanagement zal natuurlijk nog steeds werken, maar doordat het
karakter van de motor is gewijzigd wordt het moeilijk om al deze wijzigingen
te vatten in de LFT tabel die veel minder cellen heeft dan de hoofdtabel. Het
motormanagement zal vooral in de cellen die grotere stukken beslaan heel vaak
wijzigingen moeten uitvoeren. Oftewel, de waardes in dit stuk van de tabel
zijn eigenlijk nooit goed. Meer vermogenOm de motor zijn maximum vermogen te laten leveren is een andere lucht
brandstof verhouding nodig dan 14.7:1. Er moet meer brandstof worden
toegevoegd om het maximum vermogen te leveren. Voor het motormanagement
is dit simpel. Standaard is het motormanagement zo geprogrammeerd dat bij
vol gas (dus voor het leveren van maximum vermogen) een verhouding van
12.6:1 nodig is. Doordat het motormanagement een zeer goed idee heeft hoe
het de verhouding op 14.7:1 moet krijgen (door alle trim tabellen), kan
er een berekening worden gedaan om zo te komen tot de 12.6:1 verhouding
die gewenst is. De gewenste lucht brandstof verhouding wordt ook wel een
target air fuel ratio genoemd, oftewel een target AFR. De woorden gewenst
en target duiden erop dat het motormanagement niet zeker weet dat de
verhouding correct is. De uitlaatgas sensor kan tenslotte niet aangeven
hoe ver de lucht brandstof verhouding onder de 14.7:1 zit. Er is dus geen
manier voor het motormanagement om dit te controleren. Er is dus nu geen
regel lus meer actief, daarom wordt deze manier van werken van het
motormanagement ook wel open loop genoemd. [ecu.nl.jpg hoofdbrandstoftabel.png hoofdbrandstoftabel.thumb.png lft-en.png lft-en.thumb.png lft-tabel.png lft-tabel.thumb.png lft.png lft.thumb.png manifold.nl.jpg openloop-en.png openloop-en.thumb.png openloop.png openloop.thumb.png sft-en.png sft-en.thumb.png sft.png sft.thumb.png targetafr.nl.jpg]
 Uit het bovenstaande is op te maken dat het zeer belangrijk is dat het
motormanagement goed weet hoe het moet zorgen voor een lucht brandstof
verhouding van 14.7:1. Bij het plaatsen van een ander inlaat spruitstuk
gaat dat dus fout. In de LFT tabel is juist een hele grote cel die
precies de trim bevat voor vol gas voor bijna het halve toeren bereik,
inclusief het hoogste toerental. De kans dat deze cel in de LFT tabel
de juiste correctie bevat voor het complete toeren bereik is zeer gering.
En daarmee is de kans dat het motormanagement het juiste lucht brandstof
mengsel kan maken voor maximaal vermogen ook erg klein. Hieronder is een vermogens grafiek te zien voor een Speedster. De lagere grafiek
is bij een lucht brandstof verhouding van 12.7:1, de hogere grafiek is met
een verhouding van 12.9:1 [ecu.nl.jpg hoofdbrandstoftabel.png hoofdbrandstoftabel.thumb.png lft-en.png lft-en.thumb.png lft-tabel.png lft-tabel.thumb.png lft.png lft.thumb.png manifold.nl.jpg openloop-en.png openloop-en.thumb.png openloop.png openloop.thumb.png sft-en.png sft-en.thumb.png sft.png sft.thumb.png targetafr.nl.jpg]
 Bij zo’n klein verschil is al duidelijk te zien dat deze motor beter presteert
met een andere lucht brandstof verhouding. ConclusieEen motor management is zo ingeregeld dat het bij een gelijkblijvend karakter van
de motor kan compenseren voor verschillen in weersomstandigheden en slijtage. Dit
gebeurd in een tabel die veel grover is dan de basis tabel. Bij wijzigingen aan de motor waarbij het karakter van de motor wijzigt, is de LFT
tabel te grof om de karakter wijziging te compenseren. De cellen in de tabel zijn
te groot. Het gevolg hiervan is dat de motor niet optimaal loopt en in bepaalde gevallen kan
het zelfs schade aan de motor opleveren. Ook de prestaties van de motor zullen zeker
niet optimaal zijn. Afhankelijk van de huidige waardes in de LFT tabel kan dit verschil
significant zin. De oplossing hiervoor is om de basis brandstof tabel in het motormanagement opnieuw
af te stellen, zodat deze voor elke positie de juiste basis hoeveelheid brandstof
bevat voor een 14.7:1 lucht brandstof verhouding. Door de manier waarop het motor management
werkt zal hierdoor ook de lucht brandstof verhouding bij vol gas goed zijn en zal
de motor meer vermogen leveren. Bij optimaal chiptunen is het niet mogelijk om op een motor de basis brandstof tabel
correct af te stellen en deze te kopieren naar een willekeurig andere motor. Deze tabel
is compleet afhankelijk van de staat van de motor, inclusief alle aanpassingen en zal
per motor verschillend zijn. |