Met de lunch hebben we nog een droog plekje kunnen vinden. Daarna zijn we doorgereden op de 87 en voor Hammarstrand zijn we gestop bij de Döda fallet, de dode waterval.
Dit is een waterval die tot ergens in de 19e eeuw heeft bestaan. Men was hier in die tijd nogal bezig met het omleggen van rivieren. Bij deze is dat een beetje mis gegaan met als gevolg dat de waterval (met een hoogte van ruim 30 meter) nu geen water meer bevat. Je kunt door het terrein lopen over een houten bruggenconstructie.
Het is leuk om de rivierbedding van dicht bij te zien. Je ziet duidelijk wat het water heeft gedaan met de stenen. Hier en daar heeft het zelfs gaten in de stenen geslepen.
Toen we in Hammarstrand aankwamen was het weer al een stuk beter. Daar bleek overigens een soort rommelmarkt aan de gang te zijn. We konden stapvoets tussen het publiek door rijden.
Net het laatste stukje wat we binnendoor hebben gereden kregen we te maken met een stuk slechte weg. Later bleek hij zelfs opgebroken te zijn voor 12km. Als ze aan de weg werken doen ze dat gelijk goed hier in Zweden. Dat rijdt overigens vrij irritant. Zeker in mijn auto met de harde vering komen de trillingen erg hard door.
Aangekomen in Borgsjöbyn hebben we een huisje genomen. De eigenaar spreekt overigens Nederlands, maar dat verwacht je natuurlijk niet :).
We willen morgen richting Noorwegen gaan. Maar daar ziet het er niet heel geweldig uit. Aangezien we toch Trollstigen over willen gaan we toch maar die kant op, zeker aangezien de tijd wat minder wordt.
Zoals gebruikelijk ook nu weer aandacht voor onze auto’s. Maar deze meneer had het niet door dat ik hem op de foto heb gezet.